Informasie oor die woord deporteren (Nederlands → Esperanto: deporti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/depɔrˈteːrə(n)/
Afbrekingde·por·te·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) deporteer(ik) deporteerde
(jij) deporteert(jij) deporteerde
(hij) deporteert(hij) deporteerde
(wij) deporteren(wij) deporteerden
(jullie) deporteren(jullie) deporteerden
(gij) deporteert(gij) deporteerdet
(zij) deporteren(zij) deporteerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) deportere(dat ik) deporteerde
(dat jij) deportere(dat jij) deporteerde
(dat hij) deportere(dat hij) deporteerde
(dat wij) deporteren(dat wij) deporteerden
(dat jullie) deporteren(dat jullie) deporteerden
(dat gij) deporteret(dat gij) deporteerdet
(dat zij) deporteren(dat zij) deporteerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
depoteerdepoteert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
deporterend, deporterende(hebben) gedeporteerd

Voorbeelde van gebruik

Sinds het begin van de oorlog zijn zeker 19.500 kinderen gedeporteerd naar Rusland of door Rusland bezette gebieden.

Vertalinge

Afrikaansdeporteer
Engelsdeport
Esperantodeporti