Informasie oor die woord omvallen (Nederlands → Esperanto: fali)

Sinoniem: vallen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmvɑlə(n)/
Afbrekingom·val·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) val om(ik) viel om
(jij) valt om(jij) viel om
(hij) valt om(hij) viel om
(wij) vallen om(wij) vielen om
(jullie) vallen om(jullie) vielen om
(gij) valt om(gij) vielt om
(zij) vallen om(zij) vielen om
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) omvalle(dat ik) omviele
(dat jij) omvalle(dat jij) omviele
(dat hij) omvalle(dat hij) omviele
(dat wij) omvallen(dat wij) omvielen
(dat jullie) omvallen(dat jullie) omvielen
(dat gij) omvallet(dat gij) omvielet
(dat zij) omvallen(dat zij) omvielen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
val omvalt om
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
omvallend, omvallende(zijn) omgevallen

Voorbeelde van gebruik

De woordvoerder wijst op de mogelijkheid dat bomen omvallen en op de weg terechtkomen.
Hij werd zaterdag in het Engelse dorp Winnothdale getroffen door een omvallende boom.

Vertalinge

Duitsfallen
Engelsfall
Esperantofali
Jamaikaanse Patoisfaal