Informasie oor die woord heer (Nederlands → Esperanto: sinjoro)

Sinonieme: heerschap, here, meneer, sinjeur

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɦer/
Afbrekingheer

Voorbeelde van gebruik

De heer Viruly glimlachte en verzocht mij hem naar voren te volgen.
Deze twee heren zullen mijn getuigenis steunen.
Ga in géén geval naar dat land, heren!
Er viel een kleine stilte, die verbroken werd door de heer Grootgrut.
U bent de heer die ik nodig heb.
Vandaag bediende hij zich van zijn gewone verschijning, die van een gezette heer van middelbare leeftijd.
Heren, het eten is opgediend.

Vertalinge

Afrikaansmeneer; heer
Albanieszotëri
Deensherr; herre
DuitsHerr
Engelslord; gent; Mr.
Engels (Ou Engels)dryhten; hlaford; frea
Esperantosinjoro
Faroëesharra; harri
Finsherra
Fransmonsieur
Hongaarsbácsi; úr
Italiaanssignore
Jamaikaanse Patoissa; Mista; Maas
Katalaanssenyor
Latyndominus
LuxemburgsHär
MaleisTuan
Noorsherre; herr
Papiamentskabayero; menér; señor
Poolspan
Portugeesamo; patrão; senhor
Roemeensdomnul
Russiesгосподин
SaterfriesHeer
Spaanscaballero; señor
Swahilibwana
Sweedsherr; herre
Thaiนาย; สุภาพบุรุษ
Tsjeggiespan
Turksbay; bey; beyefendi
Wes‐Frieshear; mynhear
Yslandsherra