Informasie oor die woord koers (Nederlands → Esperanto: kurso)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/kuːrs/
Afbrekingkoers

Voorbeelde van gebruik

Hij zei tegen de kapitein dat hij deze koers moest blijven volgen, en ging toen naar beneden naar de radiohut.
Het vliegtuig veranderde iets van koers.

Vertalinge

Afrikaanskoers
DuitsKurs
Engelscourse
Esperantokurso
Fransroute
Italiaanscorso; rotta
Portugeespercurso