Informasie oor die woord optater (Nederlands → Esperanto: bato)

Sinonieme: flap, houw, klap, mep, slag

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɔptatər/
Afbrekingop·ta·ter

Voorbeelde van gebruik

Ik kom kijken naar een potje voetbal van mijn zoon en paf, daar krijg ik een optater.
Mary gaf een van de mannen, die haar overhemd wilde verwijderen, een optater.
En op je mond heb je ook een optater gehad.

Vertalinge

Afrikaansslag
Deensslag
DuitsHieb; Schlag; Streich
Engelsblow; hit; strike; stroke; jab; lash
Esperantobato
Faroëesslag
Fransbataille; coup
Italiaanscolpo
Katalaanscop
Nederduitsslag
Portugeesgolpe; pancada
SaterfriesKap; Sleek
Spaansgolpe
Srananbofta
Sweedshugg
Tsjeggiesrána; úder
Wes‐Friesslach
Yslandsslag