Informasie oor die woord instellen (Nederlands → Esperanto: estigi)

Sinonieme: doen ontstaan, formeren, maken, ontwikkelen, opleveren, opwekken, in het leven roepen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnstɛlə(n)/
Afbrekingin·stel·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) stel in(ik) stelde in
(jij) stelt in(jij) stelde in
(hij) stelt in(hij) stelde in
(wij) stellen in(wij) stelden in
(jullie) stellen in(jullie) stelden in
(gij) stelt in(gij) steldet in
(zij) stellen in(zij) stelden in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) instelle(dat ik) instelde
(dat jij) instelle(dat jij) instelde
(dat hij) instelle(dat hij) instelde
(dat wij) instellen(dat wij) instelden
(dat jullie) instellen(dat jullie) instelden
(dat gij) instellet(dat gij) insteldet
(dat zij) instellen(dat zij) instelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stel instelt in
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
instellend, instellende(hebben) ingesteld

Voorbeelde van gebruik

Ik heb dat voorschrift niet ingesteld, maar ik word wel geacht het uit te voeren.
Die werden ingesteld na de Russische annexatie van het Oekraïensche schiereiland de Krim.

Vertalinge

Afrikaansop die been bring; in die lewe roep; instel
Duitshervorbringen; entstehen lassen; erzeugen; schaffen; hervorrufen; verursachen; zur Folge haben; machen; gestalten
Engelsdevelop; cause; create; engender; provoke
Esperantoestigi
Fransentraîner des conséquences
Katalaansinstituir; ocasionar
Portugeesengendrar; estabelecer; provocar; pruzir
Saterfriesäntwikkelje
Wes‐Friesmeitsje; ynstelle