Informasie oor die woord beogen (Nederlands → Esperanto: intenci)

Sinonieme: van plan zijn, van zins zijn, voorhebben, voornemens zijn, zich voorstellen, in de zin hebben, zinnens zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈoɣə(n)/
Afbrekingbe·ogen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) beoog(ik) beoogde
(jij) beoogt(jij) beoogde
(hij) beoogt(hij) beoogde
(wij) beogen(wij) beoogden
(jullie) beogen(jullie) beoogden
(gij) beoogt(gij) beoogdet
(zij) beogen(zij) beoogden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) beoge(dat ik) beoogde
(dat jij) beoge(dat jij) beoogde
(dat hij) beoge(dat hij) beoogde
(dat wij) beogen(dat wij) beoogden
(dat jullie) beogen(dat jullie) beoogden
(dat gij) beoget(dat gij) beoogdet
(dat zij) beogen(dat zij) beoogden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beoogbeoogt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
beogend, beogende(hebben) beoogd

Voorbeelde van gebruik

Vraag liever wat hij ermee beoogt.
Mijn tegenstander beoogde blijkbaar hetzelfde, want hij gaf geen kik.
Wat beoog je eigenlijk met die dwaze vermomming op een zo beslissend ogenblik?

Vertalinge

Duitsbeabsichtigen; die Absicht haben; vorhaben; im Sinn haben; wollen
Engelsintend
Esperantointenci
Faroëeshava í hyggju; ætla
Finsaikoa
Italiaansintendere
Katalaanstenir la intenció de
Maleisbermaksud
Poolszamierzać
Portugeesintentar; pretender; tencionar
Saterfriesbeapsichtigje; foarhääbe; ju Apsicht hääbe
Spaansintentar; proponerse
Thaiหมาย
Tsjeggieshodlat
Turksamaçlamak
Yslandsætla