Informasie oor die woord van zins zijn (Nederlands → Esperanto: intenci)

Sinonieme: beogen, van plan zijn, voorhebben, voornemens zijn, zich voorstellen, in de zin hebben, zinnens zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vɑnˈzɪnsɛi̯n/
Afbrekingvan zins zijn

Voorbeelde van gebruik

„Heer,” vroeg hij, „hoelang bent u van zins bij ons te verblijven?
Ik was geen groot kwaad van zins!