Sinonieme: agent, agent van politie, politieagent, politieambtenaar, politieman, smeris, rus, juut, politiebeambte
| Woordsoort | selfstandige naamwoord |
|---|
| Uitspraak | /ˈdindər/ |
|---|
| Afbreking | dien·der |
|---|
| Meervoud | dienders |
|---|
Dienders weten altijd waar ergens hulp zit.
Toen een van hen glas naar de agenten wilde gooien, probeerden de dienders hem aan te houden.
Vermoeid legde de diender uit dat het lijk voorlopig goed lag, want het vroor.
Ook komt het nog te vaak voor dat dienders te lange diensten draaien en onvoldoende rust wordt geboden.