Informasie oor die woord gissen (Nederlands → Esperanto: diveni)

Sinoniem: raden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣɪsə(n)/
Afbrekinggis·sen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) gis(ik) giste
(jij) gist(jij) giste
(hij) gist(hij) giste
(wij) gissen(wij) gisten
(jullie) gissen(jullie) gisten
(gij) gist(gij) gistet
(zij) gissen(zij) gisten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) gisse(dat ik) giste
(dat jij) gisse(dat jij) giste
(dat hij) gisse(dat hij) giste
(dat wij) gissen(dat wij) gisten
(dat jullie) gissen(dat jullie) gisten
(dat gij) gisset(dat gij) gistet
(dat zij) gissen(dat zij) gisten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
gisgist
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gissend, gissende(hebben) gegist

Voorbeelde van gebruik

Naar uw beweegredenen kan ik slechts gissen.

Vertalinge

Deensgætte
Duitsraten; erraten; herausbekommen; ahnen; erahnen; vorhersagen; voraussagen; weissagen
Engelsguess; surmise
Esperantodiveni
Faroëesgita
Finsaavistaa
Fransdeviner
Katalaansendevinar
Papiamentsrei
Portugeesacertar; adivinhar; decifrar
Roemeensghici
Saterfriesgisje; räide
Spaansadivinar
Sweedsgissa
Thaiหมาย
Tsjeggieshádat