Informasie oor die woord folteren (Nederlands → Esperanto: torturi)

Sinonieme: martelen, pijnigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈfɔltərə(n)/
Afbrekingfol·te·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) folter(ik) folterde
(jij) foltert(jij) folterde
(hij) foltert(hij) folterde
(wij) folteren(wij) folterden
(jullie) folteren(jullie) folterden
(gij) foltert(gij) folterdet
(zij) folteren(zij) folterden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) foltere(dat ik) folterde
(dat jij) foltere(dat jij) folterde
(dat hij) foltere(dat hij) folterde
(dat wij) folteren(dat wij) folterden
(dat jullie) folteren(dat jullie) folterden
(dat gij) folteret(dat gij) folterdet
(dat zij) folteren(dat zij) folterden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
folterfoltert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
folterend, folterende(hebben) gefolterd

Voorbeelde van gebruik

Ze willen me waarschijnlijk ook nog folteren.
Twee dagen later werd Kutaev gearresteerd, gefolterd en later veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor het bezit van heroïne.
Een vierde slachtoffer, Paul Schildermans werd ontvoerd en gefolterd, maar nadien weer vrijgelaten.

Vertalinge

Afrikaansmartel
Engelsagonize; torture
Esperantotorturi
Finskiduttaa
Italiaanstorturare
Maleisaniaya … menganiaya
Sweedsmartera; pina; plåga; tortera
Wes‐Friesfolterje; martelje