Informasie oor die woord hemel (Nederlands → Esperanto: ĉielo)

Sinoniem: lucht

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɦeməl/
Afbrekinghe·mel
Geslagmanlik
Genitiefhemels
Meervoudhemelen, hemels

Voorbeelde van gebruik

De hemel werd steeds donkerder toen ik de voet van de heuvels naderde, en ik vreesde voor mijn verwanten.
De zon stond hoog aan de hemel.
Het vliegtuig ploegde zijn onzichtbaar spoor langs de tropische hemel.
Het was ongeveer drie uur in den namiddag en de zon behoorde nog hoog aan den hemel te staan.
Maar laag aan de zuidelijke hemel scheen een rode ster.
Scharde hief zijn handen ten hemel.
De sluizen des hemels sloten zich plotseling en de zon scheen even stralend als de dag tevoren.
De hemel is blauw, de wolken zijn wit.

Vertalinge

Afrikaanshemel
Deenshimmel; himmerig
DuitsHimmel
Engelsheaven; sky
Engels (Ou Engels)hefon; heofon; wolcen; heofone
Esperantoĉielo
Faroëeshimin; himmal
Finstaivas
Fransciel
Hawaiïesaouli; lani; lewa
Hongaarség; égbolt
Italiaanscielo
Jamaikaanse Patoisskai
Jiddisjהימל
Katalaanscel
Latynaether; aethra; axis; caelum
Maleislangit
Nederduitsheamel; heaven
Noorshimmel
Papiamentsshelo; shelu
Poolsniebo
Portugeesalturas; céu; olimpo
Roemeenscer
Russiesнебо
SaterfriesHeemel
Skotssky; lift
Skots-Gaeliesadhar; iarmailt; speuran
Spaanscielo
Srananhemel; loktu
Swahiliuwingu
Sweedshimmel; sky
Tagaloglangit
Thaiท้องฟ้า; ฟ้า
Tsjeggiesnebe; nebesa; obloha
Wes‐Frieshimel; loft
Yslandshiminn