Informasie oor die woord zuidelijk (Nederlands → Esperanto: suda)

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈzœy̯̯̯dələk/
Afbrekingzui·de·lijk

Trappe van vergelyking

Stellende trapzuidelijk
Vergrotende trapzuidelijker
Oortreffende trapzuidelijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefzuidelijkzuidelijker(het) zuidelijkst, (het) zuidelijkste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudzuidelijkezuidelijkerezuidelijkste
Onsydige enkelvoudzuidelijkzuidelijkerzuidelijkst
Meervoudzuidelijkezuidelijkerezuidelijkste
Bepaaldzuidelijkezuidelijkerezuidelijkste
Partitiefzuidelijkszuidelijkers 

Voorbeelde van gebruik

Die waren waarschijnlijk zuidelijker, op enkele honderden kilometers van de Kaap.
Het zuidelijkste deel van het getroffen gebied is inmiddels opgeruimd.
De huurlingen van Wagner zijn zondag aan het vertrekken uit de zuidelijke Russische regio’s Voronež en Lipeck.
Het tweetal liep vervolgens langs het strand in zuidelijke richting.
Het OV‐verbod op lijn 23 geldt overigens alleen voor de zuidelijke kant van de stad.
De inwoners leven vooral in het zuidelijk deel van Zweden.

Vertalinge

Afrikaanssuidelik
Albaniesjugor
Deenssydlig
Duitssüdlich
Engelssouthern
Engels (Ou Engels)suþerne
Esperantosuda
Fransaustral
Latynantarcticus; australis
Nederduitssüdelik; süüdlik
Papiamentssùit; sur
Portugeesaustral; meridional
Saterfriessuudelk
Spaansaustral; del sur; meridional
Sweedssydlig; södra
Tsjeggiesjižní
Wes‐Friessúdlik