Informasie oor die woord kijker (Nederlands → Esperanto: rigardanto)

Sinonieme: beschouwer, toeschouwer

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈkɛi̯kər/
Afbrekingkij·ker
Geslagmanlik
Meervoudkijkers

Voorbeelde van gebruik

In deze trant sprak hij nog enige tijd door, terwijl de kijkers vol ongeduld voor hun toestellen zaten.

Vertalinge

Afrikaanskyker
DuitsZuschauer
Engelsspectator
Esperantorigardanto
SaterfriesToukieker
Srananwakiman; watyiman