Informasie oor die woord aanblijven (Nederlands → Esperanto: resti en sia funkcio)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈamblɛi̯və(n)/
Afbrekingaan·blij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) blijf aan(ik) bleef aan
(jij) blijft aan(jij) bleef aan
(hij) blijft aan(hij) bleef aan
(wij) blijven aan(wij) bleven aan
(jullie) blijven aan(jullie) bleven aan
(gij) blijft aan(gij) bleeft aan
(zij) blijven aan(zij) bleven aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aanblijve(dat ik) aanbleve
(dat jij) aanblijve(dat jij) aanbleve
(dat hij) aanblijve(dat hij) aanbleve
(dat wij) aanblijven(dat wij) aanbleven
(dat jullie) aanblijven(dat jullie) aanbleven
(dat gij) aanblijvet(dat gij) aanblevet
(dat zij) aanblijven(dat zij) aanbleven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
blijf aanblijft aan
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanblijvend, aanblijvende(zijn) aangebleven

Vertalinge

Engelscontinue in office; remain in office; stay on
Esperantoresti en sia funkcio