Informasie oor die woord danser (Nederlands → Esperanto: dancanto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈdɑnsər/
Afbrekingdan·ser
Geslagmanlik
Meervouddansers

Voorbeelde van gebruik

Ik keek naar de dansers.
De dansers keerden naar het midden van het dorp terug en met het vallen van de avond kreeg hun gezang een klagende toon.

Vertalinge

Afrikaansdanser
DuitsTanzender; Tänzer
Engelsdancer
Esperantodancanto
LuxemburgsDänzer
Portugeesbailarino; dançador; dançarino