Informasie oor die woord gegrond (Nederlands → Esperanto: prava)

Sinonieme: gelijk hebbend, juist, terecht, gerechtvaardigd

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ɣəˈɣrɔnt/
Afbrekingge·grond

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudgegronde
Onsydige enkelvoudgegrond
Meervoudgegronde
Bepaaldgegronde
Partitiefgegronds

Voorbeelde van gebruik

Hoewel de twee klachten tegen Gijsen werden ingediend toen de oud‐bisschop nog leefde, zijn ze pas gegrond verklaard na diens overlijden, valt Smeets op.
Zo had ze zich haar niet geheel gegronde reputatie voor eerlijkheid verworven.

Vertalinge

Duitsim Recht; rechthabend
Engelsright; true; correct; sound; valid
Esperantoprava
Fransqui a raison; vrai
Katalaansjust; legítim
Papiamentsrason
Portugeesjusto; que tem razão
Saterfriesgjuchthääbend; in t Gjucht