Informasie oor die woord personeel (Nederlands → Esperanto: personaro)

Sinoniem: dienstpersoneel

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/pɛrsoˈnel/
Afbrekingper·so·neel
Geslagonsydig

Voorbeelde van gebruik

Volgens een woordvoerster van Arriva zijn de ongeveer 60 passagiers en het personeel van de vervoerder hevig geschrokken, maar niet gewond geraakt.
Daarbij verliest 17 procent van het personeel zijn baan.
Volgens mij hebben ze daar veel te weinig personeel.

Vertalinge

Afrikaanspersoneel
DuitsPersonal; Dienstpersonal
Engelspersonnel
Esperantopersonaro; dungitaro; personalo
Franspersonnel
Italiaanspersonale
Papiamentspersonal
Portugeesempregados; pessoal
SaterfriesPersonoal; Tjoonste
Spaanspersonal