Informasie oor die woord voorganger (Nederlands → Esperanto: pastoro)

Sinonieme: dominee, pastor, zielszorger, zielverzorger

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈvorɣɑŋər/
Afbrekingvoor·gan·ger
Geslagmanlik
Meervoudvoorgangers

Voorbeelde van gebruik

Hij is dan bijna acht jaar voorganger in de Zuiderkapel in Bilthoven geweest.
Voorgangers staan op de loonlijst van een ministerie.

Vertalinge

Afrikaansdominee
DuitsPastor; Pfarrer
Engelspastor
Esperantopastoro
Faroëesprestur
Franspasteur
Papiamentsdomi
Portugeespastor
SaterfriesPestoor
Spaansdómine; pastor; pastor protestante
Sweedskyrkoherde; pastor; prost; präst
Wes‐Friesdominy