Informasie oor die woord bevinden (Nederlands → Esperanto: konstati)

Sinonieme: constateren, vaststellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈvɪndə(n)/
Afbrekingbe·vin·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) bevind(ik) bevond
(jij) bevindt(jij) bevond
(hij) bevindt(hij) bevond
(wij) bevinden(wij) bevonden
(jullie) bevinden(jullie) bevonden
(gij) bevindt(gij) bevondt
(zij) bevinden(zij) bevonden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) bevinde(dat ik) bevonde
(dat jij) bevinde(dat jij) bevonde
(dat hij) bevinde(dat hij) bevonde
(dat wij) bevinden(dat wij) bevonden
(dat jullie) bevinden(dat jullie) bevonden
(dat gij) bevindet(dat gij) bevondet
(dat zij) bevinden(dat zij) bevonden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
bevindend, bevindende(hebben) bevonden

Voorbeelde van gebruik

Al eerder werden demonstranten schuldig bevonden aan „delicten” waar onder het huidige regime de doodstraf op staat, zoals „het voeren van een oorlog tegen God”.

Vertalinge

Afrikaansbevind
Duitsals Tatsache feststellen; konstatieren; feststellen; bestätigen
Engelsascertain; establish; take note; note; notice
Esperantokonstati
Faroëessanna; staðfesta
Finstodeta
Fransconstater
Italiaansconstatare
Katalaansconstatar
Papiamentskonstatá
Poolskonstatować; stwierdzać
Portugeesachar; constatar; reconhecer; verificar
Roemeensconstata
Saterfriesas Doatseeke fääststaale; fääststaale; konstatierje; konstatierje
Spaanscomprobar; constatar
Wes‐Friesfêststelle