Informasie oor die woord wegdoen (Nederlands → Esperanto: forigi)

Sinonieme: opruimen, verwijderen, wegruimen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛɣdun/
Afbrekingweg·doen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) doe weg(ik) deed weg
(jij) doet weg(jij) deed weg
(hij) doet weg(hij) deed weg
(wij) doen weg(wij) deden weg
(jullie) doen weg(jullie) deden weg
(gij) doet weg(gij) deedt weg
(zij) doen weg(zij) deden weg
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) wegdoe(dat ik) wegdede
(dat jij) wegdoe(dat jij) wegdede
(dat hij) wegdoe(dat hij) wegdede
(dat wij) wegdoen(dat wij) wegdeden
(dat jullie) wegdoen(dat jullie) wegdeden
(dat gij) wegdoet(dat gij) wegdedet
(dat zij) wegdoen(dat zij) wegdeden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
doe wegdoet weg
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
wegdoend, wegdoende(hebben) weggedaan

Voorbeelde van gebruik

Doe dat wapen weg en wij zullen vrienden blijven.

Vertalinge

Afrikaansopruim
Deensafskaffe; fjerne
Duitsbeseitigen; entfernen; fortschaffen; wegbringen; aus dem Wege schaffen
Engelsget rid of; dispense with; rid; remove
Esperantoforigi
Faroëesbeina burtur
Fransôter; supprimer
Italiaansabolire
Latynrelegare
Portugeesafastar; banir
Roemeensîndepărta; înlătura
Saterfriesouschafje; ouskafje; wächbrange; wächhoalje
Spaanseliminar
Turksayrılmak
Wes‐Friesôfskaffe; ôftankje