Informasie oor die woord betrekken (Nederlands → Esperanto: engaĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈtrɛkə(n)/
Afbrekingbe·trek·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) betrek(ik) betrok
(jij) betrekt(jij) betrok
(hij) betrekt(hij) betrok
(wij) betrekken(wij) betrokken
(jullie) betrekken(jullie) betrokken
(gij) betrekt(gij) betrokt
(zij) betrekken(zij) betrokken
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) betrekke(dat ik) betrokke
(dat jij) betrekke(dat jij) betrokke
(dat hij) betrekke(dat hij) betrokke
(dat wij) betrekken(dat wij) betrokken
(dat jullie) betrekken(dat jullie) betrokken
(dat gij) betrekket(dat gij) betrokket
(dat zij) betrekken(dat zij) betrokken
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
betrekbetrekt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
betrekkend, betrekkende(hebben) betrokken

Voorbeelde van gebruik

Het besturen van de provincies was dikwijls onmogelijk zonder deze mensen erbij te betrekken.

Vertalinge

Afrikaansbetrek
Engelsinvolve
Esperantoengaĝi