Informasie oor die woord toren (Nederlands → Esperanto: turo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtoːrə(n)/
Afbrekingto·ren
Geslagmanlik
Meervoudtorens

Voorbeelde van gebruik

Ik zal terugkeren wanneer de maan opnieuw boven de torens van Bommelstein staat.

Vertalinge

Afrikaanstoring
Esperantoturo