Informasie oor die woord bleek (Nederlands → Esperanto: pala)

Sinonieme: flets, pips, vaal

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/blek/
Afbrekingbleek

Trappe van vergelyking

Stellende trapbleek
Vergrotende trapbleker
Oortreffende trapbleekst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefbleekbleker(het) bleekst, (het) bleekste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudblekeblekerebleekste
Onsydige enkelvoudbleekblekerbleekst
Meervoudblekeblekerebleekste
Bepaaldblekeblekerebleekste
Partitiefbleeksblekers 

Voorbeelde van gebruik

Een paar bleke meisjes waren nu ook naar buiten gekomen en voegden zich bij de mannen.
Izzat ʿIbrāhīm, de bleke vice‐president, was de eerste die iets zei.
Reith herkende hem nu als de bleke jonge secretaris van Cizante.
De deur ging open en een oude man met een smal gezicht, mager en bleek en met gebogen schouders. keek hem aan door een kier.
Ze lachte hartelijk toen hij was uitgesproken, al meende hij te zien dat ze ook een beetje bleek was geworden.

Vertalinge

Afrikaansbleek
Deensbleg
Duitsblaß; bleich; fahl
Engelspale; wan; pallid
Engels (Ou Engels)blac
Esperantopala
Faroëesbleikur
Finskalpea
Franspâle
Italiaanspallido
Katalaanspàl·lid
Maleispucat
Noorsblek
Papiamentsblek
Poolsblady
Portugeesdescorado; pálido
Russiesбледный
Saterfriesbleek; foal
Spaanspálido
Srananbreyki
Sweedsglåmig; blek
Thaiจาง
Tsjeggiesbledý