Informatie over het woord distriĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingdi·str·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijddistriĝas
Verleden tijddistriĝis
Toekomende tijddistriĝos
 
Voorwaardelijke wijs
distriĝus
 
Gebiedende wijs
distriĝu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijddistriĝanta
Verleden tijddistriĝinta
Toekomende tijddistriĝonta

Vertalingen

Deenskoble af
Duitssich zerstreuen; sich ablenken; sich unterhalten
Engelsdistract
Nederlandsafgeleid worden; zich ontspannen; zich verstrooien
Portugeesdistrair‐se; divertir‐se