Informatie over het woord faciligi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfa·cil·ig·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdfaciligas
Verleden tijdfaciligis
Toekomende tijdfaciligos
 
Voorwaardelijke wijs
faciligus
 
Gebiedende wijs
faciligu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdfaciligantafaciligata
Verleden tijdfaciligintafaciligita
Toekomende tijdfaciligontafaciligota

Vertalingen

Duitserleichtern; leicht machen; leichter machen
Engelsfacilitate; ease; make easy
Faeröersgera lætt; lætta
Fransfaciliter; soulager
Nederlandsvergemakkelijken; verlichten; faciliëren; faciliteren
Portugeesaplainar; aquietar; facilitar
Saterfriesferlichterje; lichter moakje
Zweedslätta