Informasie oor die woord dubo

Woordsoortselfstandige naamwoord
Afbrekingdub·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefduboduboj
Akkusatiefdubondubojn

Vertalinge

Afrikaanstwyfel
Deenstvivl
DuitsBedenken; Zweifel
Engelsdoubt
Engels (Ou Engels)tweo
Faroëesivi
Fransdoute
Latyndubium
Maleisbimbang
Nederlandstwijfel; twijfeling
Portugeesdúvida; incerteza
SaterfriesBetoank; Twieuwel
Skotsdout
Wes‐Friestwivel
Yslandsefi