Informasie oor die woord nur

Woordsoortbywoord
Afbrekingnur

Voorbeelde van gebruik

Mi faris nur tion.

Vertalinge

Afrikaansmaar net; net
Deenskun
Duitsnur; lediglich; bloß; allein
Engelsjust; merely; only
Jamaikaanse Patoisonggl
Nederduitsmar; allinnig; enkel maar; alleyne
Nederlandsalleen; slechts; uitsluitend; maar; alleen maar; alleen … maar; enkel
Skotsjuist; jist
Wes‐Friesallinnich