Informasie oor die woord break (Engels → Esperanto: difekti)

Sinonieme: damage, injure, spoil, harm, hurt, impair, mutilate, vitiate

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɹeɪ̯k/
Afbrekingbreak
Shaw‐alfabet𐑚𐑮𐑱𐑒

Vertalinge

Afrikaansbeskadig
Deensbeskadige
Duitsbeschädigen; Schaden zufügen; verderben; verletzen; beeinträchtigen; schaden
Engels (Ou Engels)wyrdan
Esperantodifekti
Faroëesoyðileggja
Finspilata
Fransabîmer; détériorer
Hongaarsmegrongál; rongál
Italiaansdanneggiare
Katalaansdeteriorar; espatllar; fer malbé; perjudicar
Nederlandsstukmaken; kapotmaken
Portugeesarruinar; avariar; danificar; deteriorar; estragar
Saterfriesbeschäädigje; beseerje; beskäädigje; ferdierwe
Spaansechar a perder; estropear
Wes‐Friesskansearje; bedjerre; skeine