Informasie oor die woord nurture (Engels → Esperanto: nutri)

Sinonieme: feed, nourish, foster

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) nurture(I) nurtured
(thou) nurturest(thou) nurturedst
(he) nurtures, nurtureth(he) nurtured
(we) nurture(we) nurtured
(you) nurture(you) nurtured
(they) nurture(they) nurtured
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) nurture (I) nurtured
(thou) nurture(thou) nurtured
(he) nurture(he) nurtured
(we) nurture(we) nurtured
(you) nurture(you) nurtured
(they) nurture(they) nurtured
Gebiedende wys
nurture
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
nurturingnurtured

Vertalinge

Afrikaansvoed
Deensfodre; nære
Duitsbeköstigen; hegen; nähren; ernähren
Esperantonutri
Faroëesføða
Finsravita
Fransalimenter; nourrir
Italiaansalimentare
Katalaansalimentar; fomentar; mantenir; nodrir
Latynalere; nutrire
Nederlandsvoeden
Papiamentsalimentá
Portugeesalimentar; nutrir; sustenar
Roemeenshrăni
Saterfriesärneere; bekostigje; fodderje; neere
Spaansalimentar; nutrir
Tsjeggiesživit
Wes‐Friesfiede