Informatie over het woord Truppen (Duits → Esperanto: trupoj)

Uitspraak/ˈtrʊpən/
AfbrekingTrup·pen
Woordsoortzelfstandig naamwoord

Voorbeelden van gebruik

Rußland sendet Truppen nach Weißrußland.

Vertalingen

Afrikaanstroepe; magte
Engelstroops
Esperantotrupoj
LuxemburgsTruppen
Nederlandstroepen; strijdkrachten