Informatie over het woord Woche (Duits → Esperanto: semajno)

Uitspraak/ˈvɔxə/
AfbrekingWo·che
Woordsoortzelfstandig naamwoord

Voorbeelden van gebruik

Es wäre auch heute noch ganz natürlich—wenn meine Schwester nicht vor drei Wochen gestorben wäre.

Vertalingen

Afrikaansweek
Deensuge
Engelsweek
Engels (Oudengels)wucu; wice
Esperantosemajno
Jamaicaans Creoolswiik
Nederduitsweake
Nederlandsweek
Schotssennicht
Spaanssemana
Thaisอาทิตย์
Zweedsvecka