Informatie over het woord Oktober (Duits → Esperanto: oktobro)

Synoniemen: Gilbhart, Weinmond, Weinmonat, Heilmond, Heilmonat, Weinlesemond, Weinlesemonat

Uitspraak/ɔkˈtoːbər/
AfbrekingOk·to·ber
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefOktober
GenitiefOktobers
DatiefOktober
AccusatiefOktober

Voorbeelden van gebruik

Der ganze Oktober verging, ohne daß etwas geschah.
So hoch war der Leitzins zuletzt zu Beginn der weltweiten Finanzkrise Anfang Oktober 2008.

Vertalingen

AfrikaansOktober
Albaneestetor
Catalaansoctubre
Deensoktober
EngelsOctober
Esperantooktobro
Faeröersoktober
Finslokakuu
Fransoctobre
GrieksΟκτώβριος; Οκτώβρης
Hongaarsoktóber
IJslandsoktóber
Italiaansottobre
Jamaicaans CreoolsAktuoba
LuxemburgsOktober
Maleisbulan Oktober; Oktober
Nederduitsoktober; oktobermånd; sådmånd
Nederlandsoktober
Noorsoktober
Papiamentsòktober
Poolspaździernik
PortugeesOutubro
Roemeensoctombrie
SaterfriesOktober
SchotsOctober
Schots-Gaelischan Damhar
Spaansoctubre
SwahiliOktoba
Thaisตุลาคม
Tsjechischříjen
Turksekim
WelsHydref
Westerlauwers Frieswynmoanne
Zweedsoktober