Information du mot plaasvind (afrikaans → espéranto: okazi)

Synonymes: gebeur, val, vóórkom, afspeel, optree

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈplɑːsfənt/
Césureplaas·vind

Conjugaison

PrésentPassé
plaasvind -
Participe présentParticipe passé
plaasvindendeplaasgevind

Exemples d’usage

Die sensus sou oorspronklik verlede jaar plaasgevind het, maar is weens die covid‐9‐pandemie uitgestel.
Die eerste Franse ekspedisie na Guyana het in 1604 plaasgevind.

Traductions

allemandgeschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; auftreten; erfolgen; fallen; spielen
anglaishappen; occur; take place; transpire
anglais (vieil anglais)becuman; weorþan
bas allemandvöärkummen; geböären
catalanocórrer; tenir lloc
créole jamaïcainapm
danoisforekomme; ske
espagnolacontecer; ocurrir; realizarse; tener lugar
espérantookazi
féringienhenda seg; verða hildin
finnoistapahtua
françaisarriver; avoir lieu; intervenir
frison occidentalfoarfalle; plakfine; barre; gebeure
frison saterlandgeböäre; passierje
galloisdigwydd
hongroistörténik
italienaccadere; arrivare; succedere
latinaccidere
malaisterjadi
néerlandaisaan de hand zijn; gebeuren; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; plaatshebben; plaatsvinden; voorvallen; zich afspelen; zich voordoen; zich voltrekken; zich toedragen; vóórkomen
papiamentoakontesé; sosodé; pasa
polonaiswydarzyć się; zdarzyć się
portugaisacontecer; suceder; ter lugar
roumainse întâmpla
russeбытовать
srananpasa; psa
suédoishända; inträffa; passera
thaïเกิด; เกิดขึ้น