Informatie over het woord kan (Afrikaans → Esperanto: povi)

Synoniem: mag

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɑn/
Afbrekingkan

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
kankon
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord

Voorbeelden van gebruik

Hulle produseer genoeg melk om twee te kan voed.
Die arme ding het glo nie verder gekan nie.
Hulle kan nie ruik nie.
Hy moes baie slim gewees het om dit te kon doen.

Vertalingen

Catalaanspoder
Deenskunne
Duitskönnen; vermögen
Engelsmay; can; be able to
Engels (Oudengels)cunnan
Esperantopovi
Faeröersfáa; kunna
Finsvoida
Franspouvoir
Italiaanspotere
Kabylischzmer
Latijnposse; potui
Luxemburgskënnen
Maleisboleh
Nederduitskünnen; köänen; kinnen
Nederlandsbij machte zijn; kunnen
Papiamentspor
Poolsmóc
Portugeespoder; ter a faculdade de
Roemeensputea
Russischмочь
Saterfriesduure; konne
Schotscan
Spaanspoder
Sranankan; man
Swahili‐weza
Thaisเป็น; สามารถ; ไหว; ได้
Westerlauwers Friesmogen; kinne; meie
Zweedsgitta; må; mäkta; orka