Informasie oor die woord regeer (Afrikaans → Esperanto: regi)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingre·geer

Vervoeging

Teenwoordige tydVerlede tyd
regeer-
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
regerendegeregeer

Voorbeelde van gebruik

Tussen 1443 en 1815 is Luxemburg deur buitelandse magte regeer.
Chittenden het die republiek tussen 1778 en 1789 en vanaf 1790 tot 1791 geregeer.

Vertalinge

Deensbeherske; regere
Duitsherrschen; beherrschen; regieren
Engelsgovern; rule
Esperantoregi
Faroëesráða fyri; sjórna
Finshallita
Fransgouverner; régner; surveiller
Italiaansdominare; governare
Katalaansdirigir; dominar; governar; regir; regnat
Latyngubernare; regere; regnare
Nederduitsregeren
Nederlandsde scepter zwaaien; heersen; regeren; aan de macht zijn
Noorsstyre; beherske
Papiamentsgoberná; reina
Poolspanować; rządzić
Portugeesdominar; governar; reger
Roemeensconduce; controla; guverna
Saterfriesbehärskje; härskje; regierje
Spaansgobernar; regir; subyugar
Sweedshärska; regera
Thaiปกครอง
Wes‐Friesregearje; hearskje
Yslandsstilla